Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik ben de Alfa en de Omega, [24]het Begin en het Einde, zegt [25]de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. 23. Deze wijze van spreken is genomen uit het Griekse A. B., in welke taal Johannes hier schrijft, waar de A., door hen genoemd Alpha, de eerste, en de grote O, door hen genoemd Omega, de laatste letter is, gelijk in den tekst ook wordt verklaard. 24. Namelijk van alle dingen, hetwelk van God gezegd wordt, niet alleen omdat Hij van eeuwigheid voor alle schepselen geweest is, en, al is het dat de schepselen veranderen of vergaan, Hij evenwel altijd dezelfde blijft. Hebr.1:11,12; maar ook omdat Hij de oorsprong en het einde is van allen, daar alle dingen van Hem en tot Zijn eer zijn; Spreuk.16:4; Rom.11:36. Zie ook Jes.41:4, en Jes.44:6. 25. Namelijk Christus, die zich hier aan Johannes openbaart, en van wien in vs.7 is gesproken; wien als den enigen God met den Vader, deze eigenschappen ook hierna vs.11,17, en hfdst.22 vs.13, uitdrukkelijk worden toegeschreven.